Spreadsheet met de eerste bewoners

Wie waren de eerste bewoners en wanneer kwamen ze aan in Disteldorp?
Waar waren ze geboren?
Waar kwamen ze vandaan?
Hoelang bleven ze?
Met hoeveel gezinsleden kwamen ze?

Zulke vragen worden hieronder (voorlopig) per woning beantwoord in een spreadsheet die je online kan bekijken met de link hieronder. Iedere bewoner van Disteldorp kan hier zien wie er in 1918-19 in haar/zijn woning kwam wonen.
Op deze pagina vatten we de informatie samen.
N.B. Bij het onderzoek konden we de bewoning van de Ranonkelkade niet onderzoeken, doordat het woningboek tijdelijk niet opvraagbaar was. In de loop van oktober lukt dat wel.

Overzicht eerste bewoners Disteldorp (link)
Disclaimer. De gegevens zijn zo goed mogelijk gecontroleerd, maar er kunnen door moeilijk leesbare kaarten verkeerde interpretaties in geslopen zijn.  De tellingen hieronder komen per onderwerp niet overeen met het aantal onderzochte woningen doordat er voor de verschillende onderwerpen telkens gegevens ontbraken.

 

Wanneer werden de straten bewoond?
De woningen van Disteldorp werden niet alle tegelijk opgeleverd en daardoor werden de woningen over een langere periode voor het eerst bewoond. In april 1919 waren de meeste toegewezen en bewoond. Hoe het komt dat een aantal woningen pas maanden daarna toegewezen werden, is niet duidelijk. Het zou kunnen zijn dat de zorgvuldige selectie van de bewoners daarmee te maken had.

 

 

 

 

 

Waar kwamen ze vandaan?
In volgorde de toptien van buurten waar de eerste Disteldorpers vandaan kwamen:
24 De Pijp
20 Noord Jordaan
14 Oud West
14 Centrum en grachten
13 Oostelijke eilanden
13 Haarlemmerbuurt
13 Oostelijke eilanden
12 Jodenbuurt en Nieuwmarktbuurt
12 Westelijke eilanden
11 Nooddorp Obelt en Grasweg

De bewoners nooddorp Obelt en de houten noodwoningen langs de Grasweg waren al eerder noodgedwongen uit de oudste buurten weggegaan. Opvallend is dat tot de eerste bewoners van 5 woningen ook enkele gezinnen waren die al eerder een woning in Disteldorp hadden. De woningen werden in de laatste maanden van 1918 en de eerste van 1919 gefaseerd opgeleverd.

 

Waarheen verhuisden ze?
Sommigen van de eerste Disteldorpers bleven langer dan 2 jaar in Disteldorp wonen, maar een flink aantal gezinnen verhuisde al kort na hun aankomst. De reden daarvan is niet bekend. Een deel van hen zal wegens huurschuld uitgezet zijn. Een ander deel kon kort na hun komst doorverhuizen naar een van de nieuwe woningen in de Van der Pekbuurt.

Veruit de meesten van de eerste Disteldorpers bleven bij hun volgende woning in Noord:
39 Disteldorp
38 Van der Pekbuurt
21 Bloemenbuurt
5 Vogeldorp
4 Vogelbuurt
4 Tuindorp Nieuwendam
3 Nooddorp Obelt en Grasweg
1 Buiksloterweg

De meeste Disteldorpers die naar de stad teruggingen, vonden een woning in de Noord Jordaan (11). Er wordt wel gezegd dat veel bewoners van de nooddorpen en de nieuwe Van der Pekbuurt de drukte en gezelligheid van de Jordaan misten. Bij deze verhuisgegevens gegevens moet je er rekening mee houden dat sommige van de verhuizingen van de eerste bewoners pas eind jaren ’20 of in de jaren ’30 plaatsvonden.

17 van de eerste Disteldorpers vertrokken naar een woning buiten Amsterdam, waarvan 7 naar het buitenland.
Van 22 anderen is het volgende adres onbekend of was er sprake van overlijden.

 

Waar waren ze geboren?
Bijna de helft van de eerste Disteldorpers (94) was in Amsterdam geboren en een groot deel in Noord-Holland (41). Tien daarvan kwamen uit de buurgemeenten Buiksloot, Ouder- en Nieuweramstel, Oostzaan, Ransdorp en Broek in Waterland.

 

 

 

 

 

 

Wat deden ze voor de kost?
Het algemene beeld is dat de meeste werkerkenden onder de nieuwe Disteldorpers ongeschoold of laaggeschoold waren. In de gezinskaarten worden de beroepen van de hoofdbewoners wel genoemd, maar veel van die beroepen zijn weinig specifiek waardoor de sector waarin ze werkten moeilijk aan te geven is: los werkman, werkman, arbeider, koopman, venter, kantoorbediende en dergelijke. We hebben – met veel slagen om de arm – geprobeerd de beroepen die meer specifiek zijn in sectoren in te delen.
Toelichting:
Bij handel zijn er 2 kantoorbedienden.
Bij vervoer gaat het om personeel van de gemeentetram en de rijksspoorwegen, een chauffeur en een koetsier.
Bij stokers in de functie wel duidelijk, maar niet de sector: in veel fabrieken en bij het vervoer over water waren er veel stokers. Een van de stokers werkte bij het GEW (voorloper GEB).
Bij kleding zijn het een hoedenmaker, een schoenmaker en vier kleermakers.

Volgens het boekje dat het Woningbedrijf in 1992 uitgaf, was een van de woningblokken destijds bestemd voor gezinnen die iets meer te besteden hadden. De huurprijs daarvan was hoger. Het is lastig te bepalen welke woningen dat waren, als je de beroepen bekijkt. We vermoeden dat het om de woningen van de Distelweg ging. Die woningen stonden aan de rand van Disteldorp tegenover de woningen van de Van der Pekbuurt. Onder de bewoners bevonden zich in 1918-19 onder andere een bouwkundige, een fotograaf, een controleur en een chef machinist van de GEW, een kwartiermeester bij een stoomvaartmaatschappij, een brigadier van de politie, een buffet chef en een bierhuishouder. In de meeste straten komen dergelijke beroepen in die beginjaren niet voor.