responsive image

Bijvangst van foto’s
Foto’s vertellen soms meer dan je denkt. Je ziet bijvoorbeeld een trouwerij, een jubileum, een klassenfoto, instappen bij een schoolreisje, een foto in je nieuwe huis. Ik zie een stukje straat, een winkeletalage, een interieur, de tuinen en tuinhuisjes waar we nog geen foto van hebben. Of ik zien iets van het verkeer, het straatleven, de markt, een optocht, waar ik nog geen afbeelding van ken. Kijk eens in je fotodoos, je albums of bij de dia’s van vroeger. Wat is er op de foto’s te zien dat méér dan familie-waarde heeft? Op deze pagina’s bespreek ik een aantal van zulke foto’s uit Disteldorp.

Distelplein 1959
Er zijn foto’s die iets meer laten zien dan de fotograaf op het oog had. Je ziet op de foto hiernaast bijvoorbeeld een gewone foto van het Distelplein in 1959. Die foto is speciaal gemaakt om de architectuur en het stratenplan te laten zien. Op het eerste gezicht een heel saaie foto. Maar je ziet ook een aantal typerende dingen van zestig jaar geleden, die je nu niet meer ziet. Een brandmelder, de winkels die er toen waren (kruidenier, kapper, sigarenwinkel) en de auto’s die je toen had. Welke twee automerken? Zelfs is er iets van de kleding van toen te zien als je goed naar de man en het kind kijkt. Bestaat er ook nog een foto van het interieur van een van die winkeltjes? En wat is er bekend over de uitbaters? Leven ze nog of zijn er klanten van toen die er nog iets over kunnen vertellen?

 

 

 

 

 

Het wegdek in de Kromme Distelstraat (6 en 8
Deze foto werd 23 december 1925  door de Gemeentelijke Dienst Volkshuisvesting gemaakt om de staat van onderhoud van de Kromme Distelstraat straat vast te leggen. Hoewel het wegdek op eerste gezicht met sneeuw bedekt lijkt te zijn, is het waarschijnlijk modder. De tuintjes en hekken vertonen geen sporen van sneeuw.

Wat er in de verte te zien is, maakt de foto nog interessanter. Op de hoek nummer 8 en 6 staat de door een paard getrokken kar van een melkslijter die melk aflevert. Hij zit niet op de bok. Op huis nummer 8 is net als nu het straatnaambordje van de Tweede Disteldwarsstraat te zien.
Boven de melkbussen is in de beeldbankfoto bij de deur van nummer 6 een emaillen reclamebord van Erdal te zien, een schoenpoetsmiddel. Was daar een schoenmaker of een klein kruidenierswinkeltje? Was het toegestaan in een woning een winkeltje of een bedrijfje op te zetten? In de woningkaarten en de gezinskaarten vind ik daarvan niets terug.

 

 

 

 

 

Bijna een jaar eerder, op 23-01-24, stond er al een een stuk in De Tribune over de onhoudbare toestand van het wegdek in de Kromme Distelweg en de daaraan grenzende 1e en 2e Disteldwarsstraat. Er werd daarin gepleit  voor vervanging van de grindbestrating straatstenen. Het stoppen van de gaten in het wegdek met as, boden geen soelaas.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pas in februari 1926 komt er geld voor de verbetering van de bestrating in Distel- en Vogelbuurt. Het blijt uit krantenverslagen dat het beheer van het wegdek in de nooddorpen niet onder Publieke Werken viel, maar onder de Gemeentelijke Woningdienst. Op 26 oktober 1926 is de bestrating in de Kromme Distelstraat en in de 1e en 2e Disteldwarsstraat eindelijk verbeterd. De Tribune plaatste toen een beschrijving van de verbetering en van alles wat er nog verbeterd moet worden in de Distelbuurt. Dat stukje is ge schreven door een ARCOR, een arbeiders-correspondent.
 
(De Sociaal Democratishe Partij van David Wijnkoop (opgericht in 1909) als afsplising van de SDAP) heette vanaf  1919 Communistische Partij Holland (CPH))


Ledikant in het Muntgebouw, februari 1919
Soms is niet alleen het beeld van een foto interessant, ook het bijschrift kan veel vertellen. Bij deze staat deze foto in de beeldbank: ‘Ledikant in het Muntgebouw. Deze ledikanten werden destijds door de woningdienst verstrekt aan mensen, die een plaats in Distel- of Vogeldorp (voor ontoelaatbare gezinnen) kregen toegewezen.’ In het Muntgebouw hield bijvoorbeeld de Koninklijke Academie van Wetenschappen tentoonstellingen, maar ook de gemeente. Mogelijk betrof dit een tentoonstelling over de volkshuisvesting. Er werden vier verschillende ledikanten getoond.

Niet alleen in de nooddorpen Obelt, Distel- en Vogeldorp, maar bij alle nieuwe woningen die onderdeel waren van de volkshuisvesting behoorden houten ledikanten tot de vaste inventaris. De mensen die naar – wat we nu noemen – een sociale huurwoning gingen, kwamen vaak uit vrijwel onbewoonbare krotten waar ze alleen bedsteden hadden of op de grond sliepen. Houten ledikanten hadden ze niet. Ook in de nieuwe woningen van de Van der Pekbuurt kregen de mensen zulke houten ledikanten aangeboden. Het is waar dat de nooddorpen vaak een tussenstation waren tussen krotten en nette huizen. De woningopzichteres van de woningdienst zag er ook op toe dat de gezinshoofden werk hadden, dat de huur wekelijks betaald werd en dat de kinderen naar school gingen. Maar de aanduiding ‘ontoelaatbare gezinnen’ geeft de indruk dat alle nieuwe bewoners van de nooddorpen asocialen of paupers zouden zijn. Disteldorp was geen opvoedingsoord zoals Asterdorp dat later wel was.
De datering van de foto was gemakkelijk: in de rand van de glasplaat (Rechts aan dezijkant boven)  is februari 1919 geschreven, maar ook de kalender boven het ledikant laat dat zien.

Voor de tentoonstelling ‘100 jaar Van der Pek’ in Begoniastraat 6 huis heb ik zulke ledikanten laten maken. Oude bewoners vertelden dat ze als kinderen vaak met z’n drieën in een tweepersoons ledikant sliepen. Kinderen van bezoekers probeerden dat uit. Het ledikant op de foto en het nagemaakte exemplaar zijn niet geverfd. Volgens ooggetuigen waren ze in werkelijkheid fel groen geverfd en de ledikanten in de Van der Pekbuurt waren iets beter afgewerkt met panelen.